De inval op 23 september 1944
Vrijdag 22 september 1944
Arrestatie Johannes ter Horst
Op deze vrijdag verlaat Johannes Ter Horst Huize Lidwina om in Almelo een bij een spoorwegsabotage gewond geraakte KP’er te bezoeken. Omdat het laat is besluit hij met de motor te gaan, ofschoon men hem dit afraadt. In Almelo wordt hij rond een uur of zes voor de Dienststelle van de Feldgendarmerie aan de Bornsestraat aangehouden bij een controle van motorvoertuigen. Zijn motor wordt in beslag genomen en hij moet zijn weg te voet vervolgen. Johannes wil zijn motor niet zonder meer afgeven en bij een poging zich aan fouillering te onttrekken schiet hij een Duitser neer. Tijdens de achtervolging wordt hij in zijn been geschoten en moet zich hierna overgeven aan de bezetters. Hij wordt hierop in de auto getrapt en geslagen en naar de Dienststelle gebracht. Een Almelose politieman die getuige was vraagt zijn contactpersoon Herman Höften na te gaan wie de gewonde verzetsman kan zijn, waarop deze onmiddellijk Lidwina belde. Daar werd hem bevestigd dat Johannes ter Horst met de motor naar Almelo was vertrokken. Toen dit bericht bekend werd op Huize Lidwina werden daar onmiddellijk de nodige maatregelen getroffen. Zoveel mogelijk papieren en wapens werden uit het huis gehaald en ergens anders ondergebracht. Ook de drie gedropte militairen werden met hun zendapparatuur naar een veiliger plek gebracht.
Zaterdag 23 september
In de vroege ochtend van deze zaterdag werd bij een inval In Hellendoorn Ria Hermans gearresteerd. Onder bedreiging verklaarde zij de verloofde te zijn van de leider van de ondergrondse, Albert Ferdinand Lancker. Ook heeft zij verklaard dat ze al een of twee maal op het hoofdkwartier van de ondergrondse in Zenderen was geweest. In de auto waarmee Ria Hermans wordt overgebracht naar dienststelle in Almelo vertelt zij dat ze nooit mee naar binnen mocht, verder vertelde ze dat het huis in een tuin lag en dat daarvoor een hek stond waaraan ze het huis ook terug zou herkennen.
Omstreeks 10.30 uur komt Ria Hermans aan op de Dienststelle van de S.D. aan de Bornsestraat te Almelo. Uit alle macht wordt daar personeel gemobiliseerd en drie auto’s geregeld. Het zal een uurtje later geweest zijn, wanneer een 12 man sterke groep Duitsers, op aanwijzing van Ria Hermans richting KP-hoofdkwartier rijden. Niet direct wordt Huize Lidwina gevonden. Een aantal keren rijden de auto’s verkeerd.
Uiteindelijk, het zal tegen 11.00 uur, geweest zijn, wanneer Ria zegt: “Ik geloof dat het hier is!”, daarbij wijzend op het toegangshek van Lidwina. De Duitsers zijn zo gebrand op succes, dat zij geen planning maken hoe zij de zaak aan zullen pakken. Ook weten ze niet hoeveel mensen daar aangetroffen kunnen worden, of ze bewapend zijn en hoe de plaatselijke situatie daar is. Ze hebben bloed geroken en gaan door…!
Op dat moment op het KP hoofdkwartier…..
Niet alle zaken konden die vorige avond meegenomen worden. Daarom zijn er een aantal KP’ers aanwezig. Ze zijn die ochtend, omstreeks 08.00 uur, teruggekomen, of hebben daar de nacht doorgebracht en zijn weer bezig gegaan om de ontruiming af te ronden en wanneer dat in de loop van de ochtend gedaan is, nog één maal goed rondkijken of er geen sporen achter gebleven zijn.
De aanwezigen zijn: Daan Hillenaar, Koos Michel, Dirk de Ruiter, Chiel Ploeger, Coen Hilbrink de vader van Coen Jo Krabenbos en Miny Ter Horst.
Op het moment dat de auto’s van de S.D. het hoofdkwartier naderen, is op Huize Lidwina alles verzameld. Chiel Ploeger zegt dat hij de auto gaat halen, zodat alles ingeladen kan worden. Juist op dat moment gaat de bel bij Lidwina, ten teken dat er een auto de poort binnen komt rijden. Het is dan nog ongeveer 100 meter tot de villa. De weg gaat door een bosperceel.
Op dat moment is iedereen gealarmeerd en bij het zien van aankomst van de Duitse auto’s, schiet Daan Hillenaar, zijn pistool leeg. Ze hebben niet meer de beschikking over de “stenguns”, want die zijn allemaal, of reeds vervoerd, of ingepakt.
Chiel Ploeger, die de auto op wil halen en op dat moment in het bos loopt, wordt over het hoofd gezien. De Duitsers lopen hem voorbij en komen steeds dichter bij de villa. Dan werpt Daan een handgranaat in de richting van deze Duitsers, waardoor zij genoodzaakt zijn om dekking te zoeken. Hier maakt Daan dankbaar gebruik om in de richting van het weiland te rennen en springt vervolgens in een sloot. Koos Michel, die in dezelfde richting vlucht, rent over de, vlakbij gelegen, spoorbaan. Chiel blijft waar hij is, in het bos aan de voorzijde en blijft roerloos liggen.
Een andere vluchtende wordt door de Duitsers dodelijk geraakt. Dit is Coen Hilbrink. Op het moment dat hij wordt neergeschoten, heeft hij zijn pistool met twee patronen en een handgranaat bij zich.
Een andere vluchtende is Dirk Ruiter. Hij wordt aangeschoten, doch niet dodelijk gewond, waarna hij wordt overmeesterd.
Sietse Hilbrink, de vader van Coen, die zich in de tuin, achter een paar bosjes had verstopt, wordt ook ontdekt. Voordat hij zijn handen in de lucht steekt, ziet hij nog kans “iets” in de vijver te gooien.
Verder zijn er nog twee vrouwen aanwezig, die de afgelopen nacht gekomen waren om te helpen met ontruimen. Dit zijn Hermina ter Horst – Schreurs, de vrouw van Johannes ter Horst, bijgenaamd “Miny” en Jo Krabbenbos. Beide vrouwen zijn koerierster voor de K.P.
Ze worden door de Duitsers gearresteerd en ter plaatse gehoord. Dit gaat niet zachtzinnig. Beiden worden hevig mishandeld, maar zij blijven bij hun verklaring dat ze nog maar net waren aangekomen. De één zou dienstdoen als “dienstmeisje” en de ander als “wasvrouw”, die zojuist de was op wilde halen. Na zelf een kort verhoor te hebben gedaan, geeft hij het bevel, de vrouwen vrij te laten. Kennelijk gelovend wat beide vrouwen hem verteld hebben.
Het is inmiddels 13.00 uur geworden en de Duitsers hebben alles onder controle. Een van hen krijgt de opdracht om naar Almelo te rijden en aan de commandant verslag te doen van het grote succes. De Commandant Kronenberger, laat zich, nadat hij het verhaal heeft aangehoord, naar Zenderen rijden.
Wanneer Jo en Miny tegen 14.00 uur, vertrokken zijn, wordt Dirk Ruiter naar buiten geleid en voor de Wachtman, genaamd Buro geplaatst. Dirk staat met het gezicht richting Buro, op een afstand van ongeveer 4 à 5 meter. Buro richt zijn geweer op de borst van Dirk en vuurt. Dirk valt dan dodelijk gewond op de grond.
Herman Schrader heeft medelijden met de oude Hilbrink, wiens zoon zojuist ook is doodgeschoten en vraagt aan Sietse: “Hebt u iets te zeggen? Ik zorg er dan voor dat u niet wordt doodgeschoten!” Sietze kijkt Schrader aan. Schrader ziet dat Sietze aan zijn hoofd gewond is. Dan zegt Sietse: “Ik heb u niets te vertellen!” Hierna wordt ook hij naar buiten gebracht en tegenover Buro geplaatst. ook deze keer heeft Buro er kennelijk geen enkele moeite mee, om een mens, van zo dichtbij dood te schieten.
Zijn chef vindt Buro een dappere man, daarom wordt hij voor zijn gepleegde fusillades, beloond met het horloge van de oude man.
Coen Hilbrink, Dirk Ruijter en Sietse Hilbrink werden door de Duitsers neergeschoten
Nadat de lijken in de villa worden neer gelegd, wordt met behulp van springstof de hele villa opgeblazen.